Inwoners tevreden over ondersteuning WMO door gemeente West Betuwe

31 oktober 2024
Dienstverlening

Inwoners zijn tevreden over de hulp die ze krijgen via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Ze voelen zich serieus genomen en ervaren dat er genoeg tijd is voor gesprekken. De geboden hulp krijgt een 7,8, en cliënten waarderen het contact met hun consulent. Toch zijn er verbeterpunten, zoals het aanvraagproces en de informatievoorziening. Dit gaat de gemeente actief oppakken.

De gemeente onderzoekt elk jaar hoe inwoners de ondersteuning vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ervaren. Het cliëntervaringsonderzoek Wmo 2023 is uitgevoerd door bureau KWIZ. Het bestond uit een enquête en groepsgesprekken. In totaal hebben 291 inwoners de enquête ingevuld en waren er persoonlijke gesprekken met een groep inwoners en de Adviesraad Sociaal Domein. 

Veel inwoners zijn tevreden over hun contact met de consulenten van de gemeente. Zo voelt 86% zich serieus genomen, en 90% vindt dat de consulent voldoende tijd voor hen neemt. De kwaliteit van de ondersteuning wordt gewaardeerd: 86% krijgt de hulp die met hen is afgesproken. Inwoners ervaren ook dat de hulp hun zelfstandigheid vergroot en zorg verlicht.

Wat kan beter?
Ondanks de tevredenheid zijn er ook verbeterpunten. Het afhandelen van aanvragen en herindicaties duurt soms te lang. De gemeente versnelt dit proces en gaat in gesprek met leveranciers om ook hun wachttijden te verkorten.  Ook wil de gemeente duidelijker communiceren, omdat niet alle inwoners weten welke ondersteuning er is of hoe de regels voor zorg in natura en persoonsgebonden budget (pgb) werken. Beschikkingen worden herschreven in begrijpelijke taal. De uitbreiding van mantelzorg en de bekendheid van onafhankelijke cliëntondersteuning krijgen ook aandacht.

Wethouder De Geus bedankt de inwoners die hebben deelgenomen: “Als gemeente vinden we het belangrijk dat iedereen mee kan doen en de juiste ondersteuning krijgt. Met de uitkomsten kunnen we onze dienstverlening steeds verder verbeteren.”