Inwoners en licht

Situatieschets

Op straat, zowel binnen als buiten de kom, is er licht. Niet alleen van de openbare verlichting, maar soms ook van inwoners. Denk aan verlichting aan de gevel en in tuinen. Samen bepalen al deze lichtbronnen het beeld buiten. Er zijn veel mogelijkheden om de verlichting niet altijd aan of op hoog vermogen aan te hebben. Denk aan schakelklokken waarmee het licht alleen op bepaalde tijden aan is, een sensor waarmee het licht aangaat als er iemand aankomt en een dimmer waardoor de verlichting gedurende de avond minder fel gaat branden. Als we met elkaar zuinig omgaan met ons eigen lichtgebruik zorgen we samen voor een duurzame, energiezuinige en prettige leefomgeving.

Foto: ergens in een tuin, aangelichte bomen. Deze zijn van verre de hele nacht zichtbaar.

Wat vragen we onze inwoners

  • We vragen onze inwoners om terughoudend te zijn met licht. Het verzoek is om goed te kijken of verlichting echt nodig is, hoeveel licht er dan nodig is en op welk tijdstip.
  • Gebruik te maken van sensorlampen, tijdschakelaars of bewegingsmelders.
  • Later op de avond de verlichting te dimmen.
  • Tuinverlichting na 23.00 uur uit te doen, geen fel licht te gebruiken en goed te richten.
  • Kortom: bewuster verlichten.

Hoe gaan wij om met verlichting van inwoners

  • We gaan met elkaar in gesprek als daar aanleiding toe is.
  • Waar nodig geven we uitleg over de effecten van verlichting.