9 juli - Goed bestuur - Column van de burgemeester

9 juli

Goed bestuur

We hebben een nieuwe regering. Rutte ging, Schoof kwam. Vorige week was het debat over de regeringsverklaring. Ik ga geen politieke beoordeling geven; het gaat mij nu niet om het commentaar van de deelnemers op de verschillende voornemens uit het hoofdlijnenakkoord.

Het gaat mij om de omgangsvormen die ik heb gezien en gehoord. Als ik eraan terugdenk, komen twee woorden uit het hoofdlijnenakkoord in mijn gedachten:  “Goed bestuur”. Rond deze woorden lees ik in het akkoord dat vier partijen het heel anders willen gaan doen. Ze willen luisteren naar wat inwoners bezighoudt en werken aan een nieuwe bestuurscultuur als breuk met het verleden.

Maar wat zag en hoorde ik afgelopen week? Ik zag een minister-president die voor de eerste keer veel vragen uit de Kamer beantwoordde. Het merendeel ging over eerdere uitlatingen van twee ministers uit ‘zijn team’. Hij had volgens mij geoefend op teksten, die hij een paar keer in iets andere bewoordingen uitsprak. Ik zag voorzitters van oppositiefracties die op hem inhakken door steeds op dezelfde punten terug te komen.  

Ik zag de belangrijkste steunpilaar van de coalitie de minister-president zo ongeveer persoonlijk aanvallen. Ik zag een vicepremier via sociale media een bericht sturen dat haaks stond op wat de minister-president op dat moment stond uit te leggen. Ik las dat fractievoorzitters via sociale media op elkaar gingen reageren. Dit kwam de sfeer in de Kamer bepaald niet ten goede.

Ik vond het eigenlijk een beschamende vertoning. Helemaal geen voorbeeld van goed bestuur. Het ging nauwelijks over de inhoud. Volgens mij hadden de vier fracties beter het positieve van een nieuwe start kunnen benadrukken als een begin van goed bestuur. Oppositiefracties hadden kunnen aangeven dat ze het kabinet gaan beoordelen op daden en niet alleen op woorden. 

Gelukkig is het nu reces. Genoeg tijd om te bedenken dat woorden (uitgesproken of opgeschreven) ertoe doen. Dat ze schade kunnen aanrichten. We hebben behoefte aan beschaving, wijsheid en bezonnenheid. Genoeg huiswerk op weg naar Prinsjesdag.