3 jaar oorlog in Oekraïne: de betekenis van een veilig West Betuwe
Wie had er verwacht dat er sinds 24 februari 2022 nog steeds oorlog is in Oekraïne? In elk geval niet de vluchtelingen die in West Betuwe worden opgevangen. Zij dachten dat hun vlucht van korte duur zou zijn, maar niets blijkt minder waar. Om de vluchtelingen een hart onder de riem te steken, bezochten burgemeester Servaas Stoop en wethouder Jan de Geus verschillende opvanglocaties. Zij spraken Oekraïners over hun leven in de afgelopen jaren. Ondanks de ongewisse toekomst en de beperkte ruimte die de mensen hebben heerst er een gevoel van dankbaarheid
Velen zitten inmiddels al bijna drie jaar in een opvangsituatie, soms alleen, vaak met hun kinderen, en soms ook met opa’s en oma’s. De opvanglocaties werden kort na het begin van de oorlog in allerijl ingericht. Vrijwilligers brachten meubels, huisraad, kleding en speelgoed, en hielpen de vluchtelingen wegwijs te worden in de Nederlandse maatschappij. Hoe is het nu?
Gevluchte moeder vertelt
"Hoewel we hier weinig privacy hebben en de leefruimte krap is, ben ik ontzettend dankbaar voor de hulp die we krijgen," vertelt Oekraïense Nataliia, econoom en moeder die met haar twee kinderen in de opvang verblijft. Na het uitbreken van de oorlog vluchtte zij met haar kinderen, die toen 3 en 7 jaar oud waren. "Mijn ouders zijn oud en ziek en kunnen niet weg. Dat doet pijn. Het is moeilijk, maar het voelt goed te weten dat we hier veilig zijn en dat mensen goed voor ons zijn.” Nataliia probeert ook iets terug te doen. Zij werkt bij etikettenfabrikant Etikon in Geldermalsen. “Daar werk ik niet als econoom. Toch ben ik heel blij met het werk en mijn collega’s. Ik heb zelfs een contract gekregen!”, vertelt ze trots.
Door onbekenden opgepikt
Al snel na de invasie werd er hevig gevochten in Marioepol. De stad werd volledig verwoest en bezet door Rusland. "Het was angstaanjagend. Bommen sloegen diepe kraters in de straten. Mijn flat brandde helemaal af. Ik wilde zo ver mogelijk weg van het geweld," vertelt Misha, die na drie jaar nog steeds geëmotioneerd is. Hij vluchtte naar Polen. Daar pikten twee Nederlandse studenten hem op en brachten hem, samen met een aantal andere vluchtelingen, naar West Betuwe. "We kenden elkaar niet, en zij kenden ons niet. Dat een groep vrienden geld inzamelden en een busje huurden om onbekenden in veiligheid te brengen, bewonder ik nog steeds. Ik heb respect voor Nederlanders."
Onzekerheid en veerkracht
Burgemeester Stoop zegt: “Velen vluchtten zonder te weten waar ze terecht zouden komen. Het is moeilijk voor te stellen hoe zwaar het moet zijn om je naasten, huis en haard achter te laten in de zoektocht naar veiligheid. Wat mij raakte, is de dankbaarheid van de mensen dat zij hier in alle veiligheid kunnen zijn. Ondanks de onzekere toekomst proberen zij er iets van te maken. Ik zie zo’n veerkracht bij de mensen die ik sprak, heel bijzonder.”