Duurzaamheid energie en milieu

Situatie schets

‘Duurzaamheid betekent dat de keuzes die gemaakt worden aansluiten op de behoeften van het heden, zonder dat het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar wordt gebracht.’

In 2050 zijn we een gemeente waar mensen prettig wonen en bedrijven floreren. In een schone en veilige leefomgeving met een (be)leefbaar buitengebied. Inwoners, bedrijven, verenigingen en de gemeente wekken dan net zoveel energie op als we met elkaar gebruiken. We zijn voorbereid op extreme weersomstandigheden en hebben geen restafval meer. Om dit te bereiken werken we samen. Met inwoners, bedrijven, regionale en lokale partijen. Het is een ambitieuze doelstelling, maar als groene plattelandsgemeente willen we hierin vooroplopen. Natuurlijk geven we zelf het goede voorbeeld!

Gelders Energieakkoord

In het netwerk van het Gelders Energieakkoord werken bijna 250 Gelderse organisaties samen. Wij doen hier ook aan mee. De inzet is 55% minder CO2 uitstoot in 2030 en een klimaat neutrale provincie in 2050. Samen met omliggende gemeenten hebben we een Regionale Energie Strategie geformuleerd. Hierin hebben we beschreven wat we voor concrete stappen gaan zetten om de ambitieuze doelen ook daadwerkelijk te realiseren.

Energieakkoord

Naast onze ambitie en die van de omliggende gemeenten, is er ook het landelijke Energieakkoord. Het Energieakkoord (2019) houden afspraken in dat we in 2030 50% energie besparen (ten opzichte van 2013). Dat is een flinke opgave. Ook moeten we sinds 2020 al 40% slimme verlichting en 40% energiezuinige verlichting hebben staan. Dat hebben we inmiddels gerealiseerd. De openbare verlichting beslaat ongeveer 35% van ons totale energieverbruik. Een energiezuinige openbare verlichting levert dus ook een aanzienlijke bijdrage aan het beperken van de energievraag.  Door alleen ledverlichting toe te passen halen we de doelstelling in 2030 niet.

Ledverlichting

Sinds een aantal jaren zijn er voor de openbare verlichting ledlampen. Voor verlichting in huizen is de led al meerdere jaren op de markt. Leds zijn kleine lichtpuntjes die veel en efficiënt licht geven.

Led kun je goed dimmen en geeft direct het volle vermogen. Het is heel gericht licht, waardoor het soms op straat lijkt of het minder licht geeft. Terwijl het juist meer licht op straat geeft dan bij de oude verlichting. Soms zie je geen licht als je de straat in kijkt terwijl het er wel is. Dat komt omdat de andere, oudere, lichtbronnen meer strooilicht, geven. De voortuinen en gevels van huizen werden dan vaak ook verlicht. Veel mensen vinden dat hinderlijk. Door de ledverlichting is het licht meer gericht, waardoor gevels van huizen niet meer verlicht worden.

Foto: Willem de Zwijgerlaan in Geldermalsen. Ledverlichting, met gericht licht op de weg.

Leds zijn in verschillende kleuren verkrijgbaar. Hoe blauwer het licht, hoe energiezuiniger en efficiënter het licht is. Door het toepassen van ledverlichting neemt het energieverbruik af, maar ook nemen de onderhoudskosten sterk af. Een ledarmatuur kan lang meegaan (circa 20-25 jaar), terwijl de andere lampen tussen de 3 en 8 jaar meegaan (bijvoorbeeld sox of pll lampen). Deze laatste soort wordt sinds 2023 niet meer gemaakt.

We hebben de afgelopen jaren al veel verlichting voorzien van ledverlichting.

Beperken van lichthinder voor flora en fauna

Een overdaad aan kunstlicht in de nacht kan een bedreiging zijn voor de biodiversiteit in de natuur. Het verstoort het leven van planten en dieren. Gevolgen van deze verstoring kunnen onder meer zijn: verandering van de leefkwaliteit, ontregeling van biologische ritmes, desoriëntatie en aantrekking door licht (met mogelijk fatale afloop voor onder andere vogels en insecten).

Het donkere, nachtelijke leven is voor het in stand houden van soorten en ecosystemen even belangrijk als het leven overdag. De bescherming van de duisternis en het donkere landschap valt onder de Wet Milieubeheer/Activiteitenbesluit en onder de zorgplicht.

Circulaire economie

In de huidige situatie maken we, gebruiken we en gooien we weer weg. Dit noemen we een lineaire economie. Het tegenovergestelde is een circulaire economie. Daarbij onttrekken we grondstoffen maar een keer aan de omgeving, om ze daarna steeds opnieuw te gebruiken. Afval bestaat in de circulaire economie dus niet meer. De natuur is van zichzelf al circulair. Doordat de wereldbevolking en welvaart toenemen, is het steeds belangrijker om efficiënt om te gaan met grondstoffen. Dan belasten we het milieu minder en ontstaat er geen tekort aan materialen.

We stimuleren het hergebruik van grondstoffen. Bij de aanschaf van masten, armaturen en andere producten kijken we welke het meest circulair zijn en welke voldoen aan de gestelde eisen met betrekking tot licht, onderhoud, garantie, verkrijgbaarheid en dergelijke. We dagen, waar mogelijk, de markt uit.

Ook hebben we onze inwoners en ondernemers nodig. Door met elkaar in gesprek te gaan, kunnen we stappen zetten. Welke materialen zijn zo duurzaam mogelijk, gegeven de situatie en markt. Daarbij kijken we naar de hele cyclus van winning, productie, gebruik, verwijderen en hergebruik van materialen.

Hoe gaan we om met duurzaamheid en verlichting

  • Vaker het licht uit te doen daar waar dat kan.
  • Energiezuinige en efficiënte lichtbronnen te gebruiken.
  • De straatverlichting te dimmen na 19.00 uur.
  • Onnodige lichthinder en lichtvervuiling voorkomen.
  • We bouwen geen armaturen om, alleen klassieke verlichting.
  • We vervangen de verlichting de komende paar jaar allemaal in ledverlichting.
  • Niet te verlichten, tenzij dat voor de verkeersveiligheid nodig is en er geen andere oplossing is.
  • Alternatieven te gebruiken zoals kattenogen, belijning, markering, reflectie.
  • We kopen materialen en producten die zo duurzaam en energiezuinig mogelijk zijn en dus met een minimale CO2 uitstoot. We kiezen voor producten die zo circulair mogelijk zijn. Hierin zijn we wel afhankelijk van het aanbod van leveranciers.
  • Anderen stimuleren we om hetzelfde te doen: bewust omgaan met verlichting en zo energieverspilling voorkomen (uitzetten waar het kan, inzetten van sensors en gebruik te maken van duurzame, energiezuinige en efficiënte lichtbronnen).
  • We blijven doorgaan met het verder verduurzamen van de openbare verlichting en bewuster te kijken naar waar wel en waar geen verlichting nodig is. Waar nu te veel verlichting staat of waar het niet nodig is, halen we lichtpunten (binnen en buiten de bebouwde kom) weg, natuurlijk in overleg met gebruikers.
  • Per situatie kijken we wat de beste oplossing is die past in de omgeving, binnen het budget en de beschikbare techniek.
  • Nieuwe technieken die op de markt komen passen we toe wanneer deze bijdragen aan de andere doelen als energiebesparing, duurzaamheid, leefbaarheid en dergelijke. We stimuleren nieuwe ontwikkelingen door pilots te doen wanneer deze geschikt zijn om in de verlichting toe te passen.